De hals van het paard speelt een belangrijke rol in de balans en het beweginsmechanisme van het paard. Dit komt door de lengte en het gewicht van de hals. Als het paard zijn hoofd, hals omhoog of omlaag brengt kan hij het middelpunt van zijn gewicht verplaatsen en zo zijn balans bewaren.
Hoe zit de hals in elkaar?
De hals bestaat uit 7 halswervels, de eerste is C1 de Atlas, de tweede C2 de draaier en verder worden ze aangeduid als C3, C4, C5, C6 en C7. C7 zit tussen de schouderbladen en kan niet gevoeld worden. De overig halswervels kun je voelen.
De spieren op de hals zijn de verbinding tussen hoofd en hals en romp en hals. Bovenop de hals, de rand van de manenkam ligt het ligament nuchae. Dit is een sterk, elastisch ligament. Het is bindweefselachtig slecht doorbloed weefsel. Het bestaat uit twee delen. Het funiculaire gedeelte wat boven op de bovenlijn van de manenkam ligt. Het loopt van de nek naar de doornvormige uitsteeksels bij de schoft. En het lamellaire gedeelte dat uit vingerachtige uitsteeksels naar de toppen van de halswervels loopt.
Het lig. Nuchae heeft diverse functies, het draagt mede het gewicht van het hoofd en de hals, het hoofd omhoog of omlaag laten gaan, beperkt en stabiliseert de beweging van de doornvormige uitsteeksels op het hoogste punt van de schoft, en het lamentaire gedeelte houdt de halswervels op zijn plaats.
Vanaf de schoft loopt het ligament als het supraspinale ligament door tot aan het heiligbeen.
Een paar van de belangrijkste spieren.
In de hals lopen diverse spieren, rondom de halswervels zitten meerdere dunne spieren die zodanig met elkaar vervlochten zijn dat ze bijna niet apart te onderscheiden zijn. Maar er zijn dan ook de grotere spieren die tijdens een massage “in de hand” genomen kunnen worden.
Een paar van de belangrijkste spieren die verantwoordelijk zijn voor de beweging van de hals zijn:
- Splenius: deze spier loopt van de schoft naar de nek en hecht aan op C3, C4 en C5. Deze spier verbeterd de bovenlijn als hij door training in omvang toeneemt. De spier is verantwoordelijk het optillen van het hoofd, het strekken van de hals en het naar links of rechts draaien van het hoofd.
- Brachiocephalicus: Deze spier ligt net iets onder de halswervels. Het is een dikke spier die van de schedel naar de top van de humerus loopt. De belangrijkste functie is het omlaag brengen van het hoofd, de zijwaartse beweging van de hals mogelijk maken en het voorbeen naar voren brengen.
- Sternocephalicus: Deze spier ligt onderin de hals, hij hecht aan op het borstbeen en loopt naar het kaakbeen. Hij brengt het hoofd omlaag, en achterwaarts naar de borst en werkt mee met het openen van de mond.
Wat men niet snel verwacht in de hals is de aanhechting van de rugspieren. De M. Longissimus (het cervicale deel), en de M. spinalis hechten aan op de onderste halswervels.
Zo zie je dat problemen in de rug zich kunnen uiten in de hals. En dat dus alles met alles verbonden is en niet onafhankelijk van elkaar gezien kan worden. Dat is de reden dat een massage nooit alleen maar in een bepaald gebied gedaan wordt maar dat altijd het gehele paard gemasseerd wordt.
Dus kijk eens wat jouw paard doet na het rijden, is de hals ontspannen en kijkt hij om zich heen? Of probeert je paard zijn hals zoveel mogelijk horizontaal te strekken? De manier waarop je paard zijn hals wel of niet ontspant na het rijden kan je veel informatie geven over hoe hij zijn hals gebruikt of vasthoudt.
Wil je meer weten over sportmassage?
Lees dan een van mijn andere kennisartikelen of maak een afspraak voor een behandeling.